Archief

Beelden uit het archief: Paul Kruger Speeches and Correspondence 1850-1904

1 september 2020
Auteur: Dr. G.J. Schutte
Foto: Archief Zuid-Afrikahuis

Delen:

Paul Kruger. Zijn naam ligt niet meer op ieders lip, zoals 120 jaar geleden toen hij wereldnieuws was. Maar hij staat nog op het Kerkplein in Pretoria en kijkt naar de mensen aan zijn voeten, zwart, wit, bruin. En elk boek van de geschiedenis van Zuid-Afrika, van Engeland, van de wereldgeschiedenis in de negentiende eeuw noemt hem. Hij wordt daarin wel verschillend beoordeeld. Voor veel mensen was en is Kruger een held, een tragisch slachtoffer van hebzucht en imperialistisch machtsstreven, een vrijheidsstrijder. Voor anderen was hij een koppige zeventiende-eeuwse patriarch, een tegenstander van de vooruitgang,  verdwaald in de twintigste eeuw. En voor weer anderen een koloniaal bezetter, slavenbezitter en racist.  

Elk mens heeft recht op zijn beoordeling op grond van kennis van zijn woorden en daden en in de kaders van zijn tijd. Over Kruger gaan veel verhalen en anekdotes rond en hij was ook zelf een goed verteller, zoals zijn Gedenkschriften aangeven. Maar om hem echt te beoordelen, is het nodig te lezen wat hij zei in de Volksraadsvergaderingen, tijdens toespraken op allerlei bijeenkomsten, in zijn brieven, en de telegrammen ter aansporing uit de eerste oorlogsmaanden 1899-1900. Maar dat is allemaal in het Nederlands en niet allemaal voor ieder gemakkelijk bereikbaar, en voor een internationaal publiek van onderzoekers en schrijvers al helemaal niet. Bovendien: het meeste was gesproken tot een publiek. Maar hoe sprak en schreef Kruger in kleinere kring? Hoe was Kruger zonder anekdotes en verhalen? 

Gedurende vele jaren verzamelde Prof. dr. J.S. Bergh (Universiteit Pretoria) de brieven en toespraken van Kruger. In 2017 verscheen een selectie: Paul Kruger. Toespraken en korrespondensie van 1881-1900. Het begint met Krugers toespraak (namens het Driemanschap dat de Transvaalse onafhankelijkheid uitgeroepen had) op de eerste bijeenkomst van de vrije Volksraad op 10 augustus 1881, en eindigt met Krugers Proclamatie toen hij vertrok uit Transvaal en in ballingschap ging, 8 september 1900. Teksten uit twintig jaar leiderschap in de Zuid-Afrikaansche Republiek (ZAR): dat was in 1881 een achterlijke plattelandsgemeenschap in het binnenland van zwart Afrika. Maar door de vondst van goud in 1886 en de groei van Johannesburg werd het het middelpunt van zuidelijk Afrika, met jaren vol uitdagingen door versnelde modernisering, de toevloed van Uitlanders en toenemend agressief Engels imperialisme. 

Kruger in Parijs, 1884 

Toen Kruger in 1880-1881 de leiding over de ZAR op zich nam, had hij echter al dertig jaar lang deelgenomen aan het publieke leven in de Transvaal. En zijn rol in Zuid-Afrika eindigde niet in september 1900, toen hij in ballingschap ging. Integendeel, hij was symbool van zijn land en volk lijdend onder onrecht en geweld, en zijn sterven in ballingschap maakte zijn boodschap van een vrije Afrikaner republiek onweerspreekbaar. Daarom presenteerde prof. Bergh het hele leven van Kruger, van Voortrekkerszoon tot Staatspresident in ballingschap, aan de Engelstalige wereld, Paul Kruger Speeches and Correspondence, 1850-1904, meer dan duizend bladzijden brieven en toespraken.

Geboren 1825 in een familie van trekboeren zonder vaste woonplaats, gedoopt in Cradock (Kaapkolonie) en op tienjarige leeftijd met zijn ouders in de groep van A.H. Potgieter op Grote Trek, de Kaapkolonie uit, Transoranje door. Zuidelijk Afrika was in de jaren 1820, 1830 op drift: de expansie van het Zoeloerijk van Shaka en de Matabelen (Ndebele) van Mzilikali veroorzaakten oorlogen, plunderingen en het onderwerpen van de verliezers, een volksverhuizing zelfs (Mfecane). Kruger was aanwezig bij het gevecht van de Voortrekkers bij Vegkop tegen de impi’s van Mzilikazi in oktober 1836 en woonde vanaf 1838 in Potchefstroom. In 1842 trouwde hij en kreeg hij een plaas in het Rustenbergse; opnieuw volgde hij Potgieter, naar het Lijdenburgse (1845), waar zijn vrouw overleed, waarop hij terug ging naar Rustenburg, als jager en boer. Hij trouwde in 1847 met Gezina du Plessis, een nichtje van zijn eerste vrouw.

Kruger omstreeks 1855

De bundel Speeches and Correspondence opent met een eigenhandig geschreven brief van Kruger van 12 maart 1850. Een verrassende kennismaking, want volgens zijn biograaf D.W. Krüger heeft Paul Kruger hooguit drie maanden formeel onderwijs van een schoolmeester gehad en veel mensen dachten en denken dat Kruger een halve analfabeet was: hij kon wel lezen (althans de Bijbel), maar de hanenpoten van zijn handtekening zouden aangeven dat hij niet kon schrijven, bovendien wist men dat hij zijn brieven dicteerde (en een secretaris maakte er dan een goede brief van). Maar deze brief is eigenhandig, en Bergh noteerde in de bundel bij elke brief van Kruger of ze eigenhandig was, of wie de secretaris was, en of Kruger zelf een handtekening eronder zette. Berghs acribie leert dat Kruger tot 1858 al zijn brieven persoonlijk schreef, en in dat jaar werd hij assistent-commandant-generaal en kreeg hij een secretaris. Maar ook later schreef hij wel eigenhandig persoonlijke brieven.

Een tweede verrassing die deze eerste brief geeft is dat Kruger die schreef aan de Volksraad te Lijdenberg namens een aantal medeburgers uit de buurt, met bezwaren tegen de besluitvorming rondom de benoeming van een commandant-generaal. Krugers brief was goed geconcipieerd, had een duidelijke doelstelling met goede argumentaties. Het is duidelijk het schrijven van een politicus, die de materie kende en medestanders had verworven. En tenslotte: Kruger was nog geen 25 jaar oud toen hij deze brief schreef. 

Trekken, vechten, leven van de jacht, een plaas opbouwen: dat was de schoolgang van Paul Kruger. Maar de brief van maart 1850 ging over procedures, regelingen, wetten en functies, ‘good governance’. Jong, maar ervaren, intelligent, man met gezag. Die brief beoogde de eenheid en rust in Transvaal, waar uiteenlopende groepen tegenover elkaar stonden. Pas halverwege de jaren 1860 werd eenheid tussen de Transvalers bereikt, waarin Kruger een belangrijke rol speelde. Het bracht Kruger ook naar het centrum van de macht in de jonge Republiek: Assistent Commandant-Generaal in 1858, Commandant-Generaal in 1863. Opmerkelijk is dat wel. Hij was jong en arm (zijn zoeken naar financiële zekerheid was duidelijk, tegenstanders spraken later over nepotisme en omkoperij); en terwijl de Grondwet van 1852 het lidmaatschap van de Nederduitse Hervormde staatskerk een vereiste verklaarde voor het burgerschap, werd Kruger in 1859 mede-stichter van de Gereformeerde (‘Dopper’) Kerk. Hoe orthodox en traditioneel Kruger ook was en bleef stellen, dat de ZAR een protestants-christelijk land was, het is niet het Oudtestamentische Israël, en Joden en Katholieken kunnen burgerrecht krijgen. En dus opende hij een Synagoge, verzette zich tegen pogingen Staatssecretaris dr. W.J. Leyds te ontslaan omdat hij slechts formeel kerklid was en had een katholieke lijfarts.

Als Commandant-generaal was Kruger vooral bezig met het opleggen van de Pax Transvalia. Er woonden verscheiden zwarte stammen binnen of aan de grenzen van de ZAR. Niet altijd was hun verhouding met hun buren goed. Vaak ging het over grondbezit, over jachtvelden, of vee. Lever de gevangen gehouden blanke vrouw binnen een dag uit, anders val ik aan, liet Kruger in 1858 een stamhoofd weten die een aantal plase had vernietigd. Daarna kunnen we met elkaar praten. Dat resulteerde in een vredestractaat: geef alle geroofd vee terug en betaal de kosten, en er is vrede. Ik wil geen bloedstorten, vertelde hij de afgevaardigden van een ander stamhoofd en de betrokken Boer-buurman. Jullie moeten ophouden elkaar te plagen; er moet een duidelijke grens zijn tussen beiden, de stam moet de berg met vele grotten niet meer bewonen [veilig voor buit na roofacties] en ophouden elkaars vee te stelen. En de Boeren moesten de zwarte vrouwen en kinderen, in voorgaande gevechten gevangen genomen, naar huis sturen (op een paar weeskinderen na, die mochten ingeboekt, verzorgd en later aan het werk gezet tot hun 25ste). Krugers optreden was duidelijk: het gezag van de wet en van afspraken, grenzen stellen, en pas geweld toepassen als praten over de problemen niet lukt. Hij had daarbij oog voor de belangen van de zwarte bevolking en gaf hen ook advies, zoals aan zijn buurman, de hoofdman van de Bafokeng. 

Kruger omstreeks 1878 

Begin 1877 stond Kruger kandidaat voor de verkiezing van Staatspresident, en de Volksraad benoemde hem tot Vicepresident. Tevergeefs weerlegde hij de Britse klachten (wanbeheer, onderdrukking van de Engelse burgers/buitenlandse goudzoekers, de zwarte stammen – in de bundel bladzijdenlange discussies van Kruger en de landsadvocaat dr. E.J.P. Jorissen met Engelse ambtenaren). Een dag voor de formele annexatie van Transvaal door Engeland benoemde de Volksraad Kruger tot leider van de delegatie voor onderhandelingen met Engeland en het zoeken van steun van andere staten. Later dat jaar reisde hij met Jorissen naar Londen, onderhandelde met de minister van koloniën, en bezocht daarna Nederland. In 1878 bezocht hij Londen opnieuw, samen met generaal P.J. Joubert. In 1880 bereidden Kruger, Joubert en oud-president M.W. Pretorius de bijeenkomst te Paardenberg voor, en proclameerden de onafhankelijkheid daar, 16 december 1880. De Britse tegenstand werd verslagen, de onafhankelijkheid erkend en  Kruger werd gekozen tot staatspresident (1883).  

Paul Kruger Speeches and Correspondence is een imponerend werk, en bepaald niet alleen vanwege de omvang. Teksten van toespraken en brieven verzamelen, dat klinkt gemakkelijk. Er waren al uitgaven van brieven (door S.P. Engelbracht) en toespraken (door J.S. du Plessis). Maar aan wie schreef Kruger eigenlijk? Waar vind men die brieven van Kruger nu? Kruger schreef soms aan collegae en tegenstanders, overwegend aan  instanties en overheidsfunctionarissen, ook zwarte, stamhoofden vooral. Er zijn een paar familiebrieven uit zijn ballingschapstijd, om te beginnen een telegram van twee woorden aan zijn vrouw (die op 21 juli 1901 te Pretoria overleed) na zijn vertrek naar Europa – hij schreef haar enkele brieven, zij ontving slechts een lege envelop.

Kruger kende het belang van spreken met en tot zijn kiezers, volgelingen en tegenstanders. Hij sprak graag en veel en soms lang, in de Volksraad en op bijzondere gelegenheden, en als kandidaat en president op bijeenkomsten in alle hoeken en gaten van de Zuid-Afrikaansche Republiek, maar na 1877 ook buiten Transvaal, in de Kaapkolonie en Europa (zijn eerste Europese publieke toespraak was op 19 september 1877 aan de Theologische School te Kampen!) Kruger was een knap en boeiend spreker, maar nooit van papier, dus niet altijd was de lijn van zijn betoog recht en soms dwongen reacties van het publiek hem tot improviseren. Bergh moest dus niet alleen zoeken naar verslagen in (regionale) kranten uit binnen- en buitenland, maar ook proberen na te gaan hoe correct en betrouwbaar Krugers woorden werden doorgegeven. Zoeken, selecteren, annoteren, vertalen. Het resultaat is indrukwekkend.

Nog een opmerking: het is te verstaan, dat het originele taalkleed van Krugers brieven en toespraken niet werd afgedrukt. Om te zien, hoe Kruger omging met het Hooghollands moet men de (opgegeven) brontekst opzoeken, die vaak maar niet altijd is te vinden in de bundel 1881-1900.  

J.S. Bergh, Paul Kruger. Toespraken en korrespondensie van 1881-1900 (Protea Boekhuis: Pretoria, 598 blz.).
J.S. Bergh, Paul Kruger. Speeches and Correspondence, 1850-1904 (Boekenfontein, Universiteit van Pretoria; Pretoria 2018, 1087 blz.). 

Meer nieuws

9 april 2024, Actueel
In Memoriam Bart de Graaff
Onverwacht is in Pretoria de historicus dr. B.J.H. (Bart) de Graaff (64) overleden. Prof. dr. G.J. Schutte schreef een In Memoriam, ter nagedachtenis.
4 april 2024, Actueel
Augure, het speelfilmdebuut van Baloji
Imagine Filmdistributie brengt Augure (Omen) op 18 april uit in de bioscopen. Het speelfilmdebuut van de Belgisch-Congolese filmmaker, muzikant en kunstenaar Baloji werd in Cannes bekroond met de New Voice Prize. In een magisch-realistisch Congo kruisen de paden van vier personages, die door hun familie en gemeenschap als heksen of tovenaars worden beschouwd. Alleen door wederzijdse hulp […]
2 april 2024, Actueel, Persbericht
Absent Presences
On 2 April 2024, the third volume of the Zuid-Afrikahuis (SZAHN) series was launched under the title Absent Presences: Decolonizing our Views of the Zuid-Afrikahuis and its Collections. The project was part of the events that commemorated the centenary residence of the Zuid-Afrikahuis (South Africa House, ZAH) in the canal house on the Keizersgracht 141, in […]

Bezoekadres

Keizersgracht 141-C
1015 CK Amsterdam
+31(0)20-6249318

Openingstijden

Vragen en afspraken

Neem contact op

Volg ons