Mijn naam is Ria Winters, ik studeer bij het Afrika Studiecentrum Leiden (ASCL) en breng in dit kader een research internship van zeven weken door bij het Zuid-Afrikahuis. De normale gang van zaken bij het ASCL is dat masterstudenten een paar maanden in Afrika doorbrengen maar, zoals bij zoveel zaken tegenwoordig, schopt de coronapandemie dit in de war en is aan de studenten verzocht om voor de stage een instituut of bedrijf in Nederland te zoeken wat nauwe banden met Afrika heeft. Het onderwerp voor mijn masterscriptie is het leven en werk van de Zuid-Afrikaanse schrijver Karel Schoeman (1939-2017). Een betere plek om onderzoek te doen naar zijn werk dan het Zuid-Afrikahuis kan ik me niet indenken.
Wat het Zuid-Afrikahuis biedt is de unieke bibliotheek, beeldbank en archivale collectie. Om het leven van een schrijver in context te plaatsen is het nodig om meer te weten te komen over het land waar hij geboren werd en het grootste deel van zijn leven heeft doorgebracht. De talloze publicaties over de geschiedenis van Zuid-Afrika staan er hier voor het grijpen en kan ik vrijelijk inzien, als ik op maandagen, dinsdagen en donderdagen zit te werken op de leeszaal. Voor het internship heb ik een sabbatical van mijn werk als facility manager bij het Allard Pierson, museum en kennisinstituut van de Universiteit van Amsterdam, opgenomen. Ik ervaar deze weken een ongelofelijk gevoel van vrijheid, dat ik ‘zomaar’ de tijd heb om me eindeloos in te kunnen lezen in boeken, krantenknipsels en tijdschriften. Omdat de focus van mijn scriptie ligt op Karel Schoemans gebruik van de Afrikaanse taal heb ik ook het voordeel dat de meeste publicaties die in de bibliotheek beschikbaar zijn en die voor mij van belang zijn, in het Afrikaans zijn en ik op die manier, al lezende, (nog) meer in die taal thuis raak. Daarnaast is het leuk en interessant om deel van het team van het Zuid-Afrikahuis uit te mogen maken en om te ervaren wat er zoal omgaat in dit instituut als culturele schakel tussen Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika.
In 2020 is mijn boek Reise met Schoeman. In die voetspore van die skrywer (Protea Boekhuis) gepubliceerd. Ik beschrijf hierin mijn reizen naar Ierland, Schotland, Zuid-Afrika en Nederland waarin ik herinneringen ophaal aan mijn correspondentie met Karel Schoeman. Dit boek heb ik weliswaar in het Afrikaans geschreven, maar het is mijn doel om verdere kennis van de taal te vergaren en zo beter inzicht te krijgen in het auteurschap van Schoeman. Ook daar bieden de collecties van het Zuid-Afrikahuis gelegenheid tot verdere bekwaming. Dat ik in het Afrikaans kan schrijven is overigens voor een groot deel te danken aan de cursus ‘Afrikaans voor beginners’ die ik in de zomer van 2018 bij het Zuid-Afrikahuis doorlopen heb.
Als je ergens een stage loopt is meestal de deal dat je iets terugdoet voor de organisatie. In mijn geval is dat het helpen opstellen van een aangepast beleidsplan en een nieuw collectieplan. We doen dat op basis van stukken die er al liggen en het brainstormen over een visie naar de toekomst, waarbij de veranderingen in Zuid-Afrika van de laatste decennia een rol spelen. Als tweede product lever ik een bibliografie op van alle door Karel Schoeman geschreven publicaties die in de collecties van het Zuid-Afrikahuis aanwezig zijn. Vorige week was er reeds een vruchtbare vangst van diverse artikelen van de hand van Schoeman uit de zestiger en vroege zeventiger jaren die in het maandblad Die Brug. Tussen Protestant en Katoliek verschenen zijn. Een daarvan, een vertaling van een stukje over Franciscus van Assisi van juli 1964, is mogelijk zijn allervroegste publicatie. Als derde product zal ik aan het einde van mijn internship een artikel voor Spectrum schrijven over de link tussen Karel Schoeman en het Zuid-Afrikahuis.