De eerste Voortrekkers die in de jaren 1830 het binnenland van zuidelijk Afrika introkken, wilden al een weg naar de haven aan de Delagoabaai – de Trichardt-trek eindigde daar. De Transvaalse President Th.F. Burgers reisde in 1875 naar Europa om steun voor de bouw van een spoorlijn en bestelde rails, die vervolgens nog jaren op de havenkade van Lourenço Marques (Maputo) lagen te roesten.
Een rechtstreekse spoorverbinding van Pretoria met de Delagoabaai stond ook centraal in het onafhankelijkheidsbeleid van Paul Kruger, waarvoor hij in 1884 in Nederland steun kwam halen. In 1887 was het na allerlei moeilijkheden zover: de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maatschappij (NZASM) kreeg een concessie om die lijn te bouwen: een spoorlijn buiten Engels gebied naar een neutrale haven, aangelegd en beheerd door een Nederlandse spoorwegmaatschappij, gefinancierd door Nederlands en Duits geld.


De lijn Pretoria-Lourenço Marques was 562 kilometer lang, het Transvaalse deel, vanaf Komati, was 472 kilometers. De NZASM had geluk: Nederland kende veel knappe ingenieurs met Oost-Indische ervaring. Zij moesten een tracé bouwen over bergen en dalen, ravijnen en rivieren, en forse hoogteverschillen overbruggen. Het tracé lag in grotendeels onontwikkeld gebied. Men kon weliswaar zwarte arbeiders inhuren, maar die waren ongeschoold, en de her en der ingehuurde bouwmaatschappijen vergden leiding van de ingenieurs en opzichters van de NZASM.

Na ongeveer zes jaar was de Oosterlijn Pretoria-Lourenço Marques gereed. Intussen waren ook enkele zijlijnen aangelegd, terwijl de jaren erna nog een heel aantal lijnen geopend werden, waardoor er vanuit Pretoria/Johannesburg behalve met Lourenço Marques ook spoorverbindingen met Bloemfontein, Kaapstad en Durban ontstonden.
De aanleg van de Oosterlijn was een hele klus, al het materiaal –rails, bielzen, bouten en moeren – werd van overzee aangevoerd, evenals het personeel. De aanleg van de baan vergde de bouw van tientallen bruggen en duikers, er moesten diepten opgehoogd, ingravingen in rotsen en bergen gemaakt worden, inclusief een lange tunnel, en stations en huizen voor het personeel gebouwd worden.
Het Zuid-Afrikahuis bewaart een uitgebreide collectie foto’s van de Oosterlijn, afkomstig van de NZASM zelf en van verscheidene mensen die werkzaam waren bij de bouw ervan. Hierbij een kleine selectie, rondom de Krokodilrivier (Kilometer 85 betekent: 85 kilometer van de grens bij Komati (=KM 1).
