Padvat

Broedertwis

11 april 2022
Auteur: Michiel van Dam
Foto: Michiel van Dam

Delen:
Michiel van Dam / Padvat

Michiel van Dam is dol op boeken en op motorreizen. Zijn eerste motoravontuur in Zuid-Afrika was in 1988. Sindsdien heeft hij er veel motortochten gemaakt en stapels boeken verzameld. Nu combineert hij zijn twee voorliefdes in de artikelenserie PadVat, in het spoor van Zuid-Afrikaanse schrijvers en boeken over Zuid-Afrika.
Met dit artikel sluit Michiel van Dam de PadVat-serie in Spectrum Magazine af. Maar PadVat gaat door op www.zuidafrikahuis.nl en www.padvat.nl. Bovendien stelt Michiel van Dam een groepsreis samen aan de hand van hoogtepunten uit de PadVat-artikelen.


Kom ons ry. Daar ’s werk te doen.

Twee broers. Twee levens. Twee lotsbeschikkingen.
Christiaan de Wet werd geboren op 07 oktober 1854, Piet de Wet op 18 augustus 1861. De broers groeiden samen op op de plaas Nieuwejaarsfontein en boerden samen op de boerderij Rietfontein bij Heidelberg. Christiaan en Piet gingen samen de Eerste en Tweede Anglo-Boerenoorlogen in, beleefden samen hun eerste gevecht met Britse troepen en maakten allebei een bliksemcarrière toen ze door de Vrijstaatse president Steyn tot generaal werden bevorderd. Maar een paar jaar later gingen ze met elkaar op de vuist. Wat ging er mis? Wat dreef een wig tussen de broers? Wat deed ze uiteindelijk als doodsvijanden tegenover elkaar staan?

Christiaan de Wet Bloemfontein Graf



Al sinds het bijbelboek Genesis verscheen weten we van de catastrofale gevolgen van broedertwist. De Zuid-Afrikaanse Kaïn en Abel, of Ezau en Jakob, heten Christiaan en Piet de Wet. Als het over de Anglo-Boerenoorlog gaat is Christiaan de Wet net zo’n beroemdheid als Paul Kruger. Er staat nog steeds een standbeeld van hem in het Nationale Park de Hoge Veluwe bij Otterlo en er zijn boekenkastplanken vol boeken over hem geschreven. Over zijn broer Piet de Wet en de bittere tegenstelling tussen Christiaan en Piet is veel minder bekend. Broedertwis van Albert Blake uit 2016 biedt inzicht in hun conflict en vormt een mooie leidraad voor deze PadVat-reis. De in het boek beschreven vete neemt steeds bijbelser proporties aan naarmate ik in het boek vorder en de kilometers onder de motorbanden wegrollen.

Christiaan de Wet Hoge Veluwe1

Ik kom in contact met Piet Lombard via de Facebook-pagina van het Riemlandmuseum in Heilbron. Piet wil me graag ontmoeten en we spreken af in het plaatsje Koppies, ten zuiden van Johannesburg aan de N1. Verrassing nummer één: Piet is een jonge witte boer en niet zoals ik veronderstelde een pensionado die zich in de geschiedenis van Zuid-Afrika heeft vastgebeten om het heden het hoofd te bieden. Verrassing nummer twéé: Piet neemt Twin Mosia mee, een jonge Sotho die net als Piet een voorliefde heeft voor de geschiedenis van zijn land. En Twin is in Nederland geweest. In Leeuwarden waar de stichter van zijn woonplaats Petrus Steyn vandaan kwam. En in Amsterdam, op bezoek bij het Zuid-Afrikahuis.

Twin Mosia

Kleine wereld, grote geschiedenis. Piet en Twin nemen mij mee in het spoor van De Wet. Aan een meertje in Koppies stond Christiaans boerderij Rooipoort, die in het kader van de Britse tactiek van verschroeide aarde werd platgebrand. In een reactie aan de Britse officier die daarvoor verantwoordelijk was, schreef Christiaan: ‘Mijn huis heeft me 700 pond gekost, maar het gaat jou 700.000 pond kosten voordat ik met jou klaar ben.’
Bij de smeulende resten van zijn boerderij zou Christiaan volgens Martin Bossenbroek in zijn boek De Boerenoorlog de legendarische woorden hebben gesproken: ‘Kom ons ry. Daar ’s werk om te doen.’

Petrus Steyn Rhino Heritage Park
Petrus Steyn Rhino Heritage Park

Begraafplaatsen, je ontkomt er niet aan op een geschiedenistoer. Langs het spoor staan metalen kruizen, nog niet gestolen en als oud ijzer verkocht, op de graven van Britse militairen. Het Rooiwal-station was doelwit van een geslaagde guerrilla-aanval van Christiaan de Wet, waarbij grote hoeveelheden Brits legermateriaal werden buitgemaakt. Bij de begraafplaats van het voormalige concentratiekamp aan de Vredefortweg, parallel aan de R82, wacht Charlotte Smalberger op ons en zij maakt het museumpje voor ons open. Weer zo’n stoffig interieur, met een verzameling bodemvondsten die voor een niet-geïnitieerde bezoeker uitleg behoeven. Twin wil graag weten waar we de resten van het zwarte concentratiekamp en de bijbehorende graven kunnen vinden, maar dat weet Charlotte niet.

In Petrus Steyn ontmoet ik Twin opnieuw, nu in gezelschap van zijn vriend Tumelo Wa Mokoena. De jongemannen zijn dagelijks bezig in het Rhino Heritage Park aan de oever van de Renosterrivier.
Twin: ‘Tijdens mijn bezoek aan Nederland was ik onder de indruk van jullie parken. Zoiets wilde ik ook in Petrus Steyn maken, zodat de mensen kunnen genieten van bloemen, planten en bomen.’
Onder een statige eikenboom ligt het graf van Petrus Steyn, de uit Leeuwarden afkomstige stamvader van het Vrijstaatse stadje. In het voormalige slachthuis ernaast hebben Twin en Tumelo een galerijtje ingericht met allerlei goeters die met historisch erfgoed te maken hebben. Twin en Tumelo maken wandeltochten in de buurt om culturele netwerken op te bouwen en om schoolkinderen te interesseren in de plaatselijke geschiedenis. Heritage objects.
Twin: ‘Alle geschiedenis is belangrijk, wit, zwart en bruin. We kunnen verzoening vinden door onze gedeelde geschiedenis, waarin meerdere naties en volkeren geleden hebben.’

Twin stapt achterop de motor en laat me wat van de omgeving zien. De heuvel Elandskop was tijdens de Zuid-Afrikaanse Oorlog een belangrijke heliograafpost, die afwisselend zowel door de Boeren als door de Britten werd gebruikt. Langs een onverharde zijweg ligt de boerderij Trommel, waar Christaan de Wet volgens Twin uitrustte en zijn volgende ontsnapping aan de Britten voorbereidde.Twin: ‘Christiaan werd die ontwykende een en de Boerenpimpernel genoemd, vanwege zijn vermogen om uit handen te blijven van de Britse overmacht die jacht op hem maakte. Chasing De Wet werd een Engelse uitdrukking voor iets onhaalbaars najagen.’

De broers De Wet waren niet zo honkvast als tegenwoordige Zuid-Afrikaanse boeren. Ze boerden nu eens hier, dan eens daar. In 1877 trok Christiaan naar de boerderij Weltevrede bij Koppies en in 1896 naar Rooipoort. Piet boerde op Vinkfontein tussen Reitz en Lindley. Dat laatste stadje lijkt in een Doornroosjeslaap te zijn gevallen, waar het maar moeilijk uit ontwaken is. Maar vergis je niet: in de Anglo-Boerenoorlog wisselde Lindley maar liefst achttien keer tussen Britse en Boerse handen. Tegen het einde van die oorlog legden Britse soldaten heel Lindley in de as, inclusief het hotel waaruit Winston Churchill nog op het nippertje wist te vluchten toen Boeren Lindley innamen.

De hoteleigenaar brengt me in contact met Sannetjie van Wyk, die zo’n beetje alles weet over de plaatselijke geschiedenis. We hobbelen over een grondpad langs voormalige slachtvelden en wagen ons tussen de kakibossies waarmee de begraafplaats van Lindley is overwoekerd. Hier vinden we, de kleren vol kakistekeltjies, het graf van Piet de Wet. De hensopper en latere joiner werd stilletjes begraven, want deze ‘volksverrader’ was in Lindley niet geliefd bij de Boerenbevolking. Pas na veertig jaar plaatsten Piets nazaten de kopklip voor hun geliefde vader die nu de ongenadige zonnestralen en woekervegetatie trotseert.

Graf Piet de Wet en Sannetjie van Wyk

Sannetjie: ‘Piet de Wet wordt algemeen beschouwd als een verrader van zijn volk. Maar mijn oma, die het Britse concentratiekamp had overleefd, zei dat Piet zijn beslissing had genomen uit medelijden met de Boerenkinderen en -vrouwen in de concentratiekampen.’ Ondanks zijn overwinning op de Britse troepen bij Lindley op 31 mei 1900 voerde Piet de Wet toen al geheime besprekingen met de Britse vijand. Manteldraaierij? Ze zijn er nog niet uit, die Afrikanen. Christiaan en Piet: wie was goed en wie was slecht?

Sannetjie: ‘Piet woonde na de oorlog hier in een klein huisje. Hij heeft het bitterzwaar gehad en is op 27 februari 1929 als een kluizenaar gestorven, veracht en verstoten door de andere Lindleyanen.
‘Dis ou geskiedenis, zeiden de mensen. Wat jammer toch dat de mensen vroeger zo weinig praatten over wat ze hadden meegemaakt in die oorlog. Er is over Piet veel minder bekend dan over Christiaan. Piet heeft een dagboek bijgehouden, maar dat is verbrand door een van Piets zonen, procureur in Lindley.’

Emily Hobhouse, Brits activiste tegen de toestanden in de concentratiekampen, beschreef de deplorabele ruïnes die zij in 1903 aantrof in een brief aan haar tante. The whole of Lindley is too sad and dejected outwardly and inwardly to write about.
Our trek from Lindley was a sad one; we drove away from the ruins early, trying to shake off the depression which hung upon the place.’Maar Lindley verrees, evenals de in schroot en as gelegde Boerenrepublieken, als een feniks uit de Verliesfontein en het dorp laat gelukkig een veel positievere indruk achter als ik er 119 jaar na Emily uit wegrij.

Vredenfortweg concentratiekamp

Winburg is nog zo’n provinciestadje dat betere dagen heeft gekend. Brunhilda Rossouw vervult hier de gidsrol. De begraafplaats van het concentratiekamp wordt door de oprukkende vuilstort bedreigd, het hartebeeshuissie naast het plaatselijke Voortrekkersmonument heeft ook een opknapbeurt nodig. Tijdens de Zuid-Afrikaanse Oorlog voerde Olaf Bergh een waar schrikbewind over Winburg en omgeving. Olaf was een joiner, nog erger dan een hensopper in de ogen van ‘ware Afrikaners’ die tegen de Britten vochten. Een joiner had niet alleen de strijd gestaakt, maar vocht actief mee aan Britse zijde tegen zijn eigen volk. Een doodzonde van bijbelse proporties. Piet de Wet was ook zo’n joiner, wat hem op de haat van zijn eigen volk en zijn broer Christiaan kwam te staan.

Toen de Vrijstaatse hoofdstad Bloemfontein op 13 februari 1900 door de Britten was ingenomen veranderden de Boerencommandanten hun tactiek. Vergeet de klassieke stellingoorlog, leve de guerrilla. Christiaan de Wet boekte daarmee meteen een aantal eclatante overwinningen op de Britten, zoals op 31 maart 1900 bij Sannaspost en op 03 april bij Reddersburg, allebei in de buurt van Bloemfontein.
Welkom in Bloem. Een paar kilometer hemelsbreed hier vandaan zit Christiaan nog stoer op zijn steigerend paard Fleur voor de historische raadszaal van Bloemfontein. Maar bij het Nationale Vrouwenmonument ligt hij dan, de grote man. Weer kniel ik bij een graf, het hoeveelste op deze PadVat-trip?

Bloemfontein Museum

Dit monument is opgericht om de vrouwen en kinderen te herdenken die door de Britten in concentratiekampen waren geïnterneerd. De omstandigheden daar waren erbarmelijk, tienduizenden witte vrouwen en kinderen stierven er aan besmettelijke ziekten en ondervoeding. En naar schatting nog eens zoveel zwarte mensen, maar daar zijn veel minder gegevens van bekend.
De concentratiekampen waren, samen met de tactiek van verschroeide aarde, deel van de totale oorlogsvoering waarmee de Britten de Boerenguerrilla’s op de knieën wilden dwingen.

Het boek Broedertwis en ook de Zuid-Afrikaanse journalist Max du Preez noemen de zorg om vrouwen en kinderen als een van de mogelijke oorzaken van de vete tussen Christiaan en Piet. De jongere broer maakte zich zorgen om zijn gezin en om de andere vrouwen en kinderen die gevangen zaten.

Blake schrijft in Broedertwis: ‘Een eieskap war die broers gedeel het, is hardkoppigheid. Daarin lê ’n belangrijke rede vir hul onversoenbaarheid.’Andere oorzaken kunnen liggen in hun verschillende karakters en de jaloezie van Piet, die steeds verder in de schaduw van zijn broer kwam te staan.
En in verschillende keuze van bijbelteksten. Waar Piet Romeinen 13:1 citeerde (‘Laat elke mens hom onderwerp aan die magte wat oor hom aangestel is’), beriep Christiaan zich op Deuteronomium 27:17 (‘Vervloek is hy wat sy naaste se grenslyn verlê’).
De vrouw van Christiaan, Cornelia Margaretha (née Kruger), komt uit Albert Blake’s boek tevoorschijn als net zo’n fanatieke bittereinder als haar echtgenoot. In het Merebank-concentratiekamp verscheurde zij een petitie van vrouwen om de Boerenmannen over te halen de strijd te staken.
‘Oorgee? Nee, nimmer!’Toen Piet haar opzocht om via haar contact met Christiaan te leggen wees ze hem resoluut de deur. Geen genade voor de verloren zoon, het afgedwaalde schaap. Niet alle Boerenvrouwen waren willoze slachtoffers.

In het Oorlogsmuseum bij het Vrouwenmonument dwaal je makkelijk een dag lang rond. Gelukkig leidt museumdirecteur Johan van Zyl me persoonlijk rond. Zo komt de geschiedenis makkelijk tot leven. Johan wijst op een aantal tegeltableaus in Jugenstilstijl, afkomstig uit Theater Transvalia in Rotterdam. De Boeren als Watergeuzen. Als in een stripverhaal komen hun heldendaden tevoorschijn die in het Nederland van begin 20ste eeuw zo werden vereerd. Maar de tijden veranderen.
Zo komen we op een moderne variant van de oude Boeren-laager-mentaliteit. Overal in Zuid-Afrika staan oorlogsmonumenten bloot aan diefstal, vandalisme en gebrek aan onderhoud.
‘Eigenlijk’, zegt Johan van Zyl, ‘moeten we al die monumenten naar ons museum hier halen, om ze voor het nageslacht te bewaren’.

Johan van Zyl en Michiel van Dam

De bestaande expositie wordt sowieso gestaag uitgebreid. Bijvoorbeeld met materiaal over internationale vrijwilligers die aan Boerenzijde kwamen vechten en, veel belangrijker, over de zwarte mensen die in de oorlog en in concentratiekampen leden. Een weggemoffeld deel Zuid-Afrikaanse geschiedenis komt tevoorschijn en we moeten de Anglo-Boerenoorlog nu de Zuid-Afrikaanse oorlog noemen.
Op 31 mei 1902 tekende Christiaan de Wet als plaatsvervangend president van de Oranje Vrijstaat samen met waarnemend president Schalk Willem Burger van de Zuid-Afrikaanse Republiek Transvaal het vredesverdrag van Vereeniging in Melrose House te Pretoria. De oorlog was voorbij, de Boerenrepublieken verloren hun onafhankelijkheid.
‘We’re all friends now’, zei de Britse opperbevelvoerder Kitchener. Maar voor swartmense was er geen rol weggelegd. Ze moesten tot 1994 stemloze goedkope arbeidskrachten blijven. Zo legden Boer en Brit samen in 1902 een van de stenen waarmee de officiële apartheid werd gebouwd.

Na de oorlog reisden de Boerengeneraals Christiaan de Wet, Koos de la Rey en Louis Botha naar Europa om daar geld in te zamelen voor de wederopbouw van hun landen. Zo kwam Christiaan ook bij de rijke familie Kröller-Müller terecht, die het standbeeld van hem liet maken dat nog steeds in Nationaal Park de Hoge Veluwe staat.

Van Otterlo naar Oldebroek.

Ds. Matthijs Schuurman was jarenlang vriend van het Zuid-Afrikahuis. Sinds 2011 is hij predikant van de Hervormde Gemeente in Oldebroek.
Op zijn website lees ik zijn tekst over de broedertwist tussen Ezau en Kaïn. Een tekst die ook over Christiaan en Piet zou kunnen gaan:
Het verhaal van Ezau en Jakob is het verhaal van twee rivaliserende broers … De oudste broer [Ezau], wordt jager … een man van het veld. Hij zwerft zoveel rond dat hij de omgeving kent. Als oudste zoon had zijn plek thuis moeten zijn: als rechterhand van zijn vader had hij mede de leiding over de groep nomaden met hun vee, in een gebied waarin je als nomade op de hoede moest zijn voor de andere volkeren die er wonen.

Denk aan de vele conflicten, onder andere over het gebruik van land en van bronnen … 

Brengt hij met de jacht en het verwaarlozen van de leiding geen schande over deze groep nomaden? Laat hij niet zien dat hij zich liever buiten deze groep plaatst dan met hen op te trekken en hun lot te delen?
[De jongere broer] Jakob daarentegen blijft bij zijn tent en voelt de verantwoordelijkheid voor de zegen die aan zijn familie is meegegeven. Hij is geen doetje, want gaat de strijd aan met zijn iets oudere broer.

Christiaan en Piet. Piet en Christiaan.
Piet schreef een openbare brief aan zijn broer. Broeder tot broeder. Een prijzenswaardige brief. Een smeekstem. Maar dat geschrift was aan Christiaans dovemansoren gericht.

Piet heeft nóg een aantal keer geprobeerd om met Christiaan in gesprek te komen, ‘om die ding tussen hom en sy broer uit te maak’. Maar Christiaan was ongenaakbaar en weigerde elk contact. ‘Ek het niks om aan hom te sê nie.’In plaats van vergeving droeg Christiaan een kogel op zijn hart. Voor Piet.

Zelfs op zijn broze oude dag was de zwerversdrang van Christiaan niet uitgewoed. Vanaf zijn boerderij bij Memel in het noordoosten van de Vrijstaat verhuisde hij naar de boerderij bij Dewetsdorp (genoemd naar de vader van Christiaan en Piet), naar de plaas waar hij met Piet opgroeide en waar hij op 3 februari 1922 overleed. De broers zouden elkaar nooit meer in levenden lijve ontmoeten. Hun broedertwist namen Christiaan en Piet mee in het graf.


Nog meer De Wets

Oud-journalist Christaan de Wet heeft de kuierkroeg Nagkantoor in Kaapsehoop. Over Broedertwis zegt hij het volgende:

Ik ben heel trots dat ik de namen Christiaan de Wet draagt. Mijn zoon van 33 is de vijfde generatie die zo heet. Ik geloof niet dat de vete tussen Piet en Christiaan de Wet vandaag de dag nog relevant is. Het is deel van onze geschiedenis, niets meer en niets minder. Christiaan de Wet wordt nog steeds gezien als een van de grote Boerenstrijders, samen met De la Rey, Joubert en anderen.

Dawid de Wet is de man achter het Toerboer-reisbureau en Afrikanis-rum in Graaff-Reinet.
Ik ben een directe afstammeling van een andere broer van Christiaan en Piet, Johannes Marthinus (Mabula) de Wet, ook een commandant tijdens de oorlog. Hij stierf tijdens de Slag van Magersfontein in de loopgraven naast zijn jonge zoon.

Wat Broedertwis betreft: het boek geeft een zeer goed inzicht in de oorlog en de extreme polarisatie die hij in de gemeenschap en zelfs in de families veroorzaakte.

We groeiden op met verhalen over Christiaan de Wets dapperheid en strategisch inzicht enzo (en zijbittereinder-gees).

Maar ik heb veel empathie voor Piet, zijn situatie en zijn redenen om niet [langer] aan de oorlog deel te nemen. 
Om nou samen met het Britse leger te gaan vechten is misschien A Bridge too Far. Maar hoe dan ook, het schijnt dat hij echt een familiemens was, met een oog op de toekomst gericht en wat die zou betekenen voor een verslagen natie als de oorlog niet bijtijds zou stoppen.

In de De Wet-gemeenschap is er nog steeds een kloof in de gevoelens tussen Piet en Christiaan. Trouwens, tongue in cheek, wordt mij vaak gevraagd of ik een nakomeling ben van Piet of Christiaan. Maar ik ben enorm trots op mijn achternaam en de geschiedenis van mijn familie en de rol die we in de geschiedenis van Zuid-Afrika hebben gespeeld. Trots op het karakter dat De Wets hebben getoond tijdens en na de oorlog.

De Zuid-Afrikaanse herinnering aan Christiaan de Wet vervaagt waarschijnlijk ook met het veranderen van straatnamen. Er zijn nog een paar monumenten van Christiaan de Wet, maar ik geloof niet dat zijn verhaal nog in geschiedenislessen op school wordt verteld. Ik vertel zelf mijn jonge zoon [die net naar school gaat] over hem en over de Anglo-Boerenoorlog. Misschien hopen sommige mensen nog steeds op een [nieuwe] De Wet die voor hun gaat opstaan.

[Het thema van] Broedertwis gaat vandaag de dag waarschijnlijk meer om de huidige situatie in Zuid-Afrika. Daarbij gaat het dan om financiële en economische zaken en niet zozeer om land en mensen die het inpikken.

Ik ben er niet zeker van of het idee van Max du Preez om de Piets naam na 120 jaar te zuiveren nodig is, maar het is een nobel idee.
Maar hoe doe je dat?
Misschien is het een goed idee om dat aspect van de geschiedenis naar voren te halen en het te actualiseren om vandaag de dag aan mensen te laten zien dat ze vrede kunnen maken en meer zich meer bewust kunnen zijn van elkaars noden en ideeën.
Maar ik ben er niet zeker van of dat in het grotere geheel van het huidige Zuid-Afrika een verschil gaat maken. Behalve als er een groot marketing-budget tegenaan gegooid wordt, hahaha!

Michiel van Dam

Meer nieuws

9 april 2024, Actueel
In Memoriam Bart de Graaff
Onverwacht is in Pretoria de historicus dr. B.J.H. (Bart) de Graaff (64) overleden. Prof. dr. G.J. Schutte schreef een In Memoriam, ter nagedachtenis.
4 april 2024, Actueel
Augure, het speelfilmdebuut van Baloji
Imagine Filmdistributie brengt Augure (Omen) op 18 april uit in de bioscopen. Het speelfilmdebuut van de Belgisch-Congolese filmmaker, muzikant en kunstenaar Baloji werd in Cannes bekroond met de New Voice Prize. In een magisch-realistisch Congo kruisen de paden van vier personages, die door hun familie en gemeenschap als heksen of tovenaars worden beschouwd. Alleen door wederzijdse hulp […]
2 april 2024, Actueel, Persbericht
Absent Presences
On 2 April 2024, the third volume of the Zuid-Afrikahuis (SZAHN) series was launched under the title Absent Presences: Decolonizing our Views of the Zuid-Afrikahuis and its Collections. The project was part of the events that commemorated the centenary residence of the Zuid-Afrikahuis (South Africa House, ZAH) in the canal house on the Keizersgracht 141, in […]

Bezoekadres

Keizersgracht 141-C
1015 CK Amsterdam
+31(0)20-6249318

Openingstijden

Vragen en afspraken

Neem contact op

Volg ons